Zevende Actieprogramma Nitraatrichtlijn
Wat is het?
De Nitraatrichtlijn is een richtlijn die is opgesteld door de Europese Unie om de waterverontreiniging vanuit agrarische bronnen te verminderen. De richtlijn vormt het kader voor nationaal beleid. In Nederland wordt dit beleid elke vier jaar vastgelegd in het Actieprogramma Nitraatrichtlijn (AN). De nitraatrichtlijn wordt geïmplementeerd via de Meststoffenwet, het Activiteitenbesluit, en het Besluit gebruik meststoffen. Het 7e AN is geldig voor de periode 2022-2025.
In de Nitraatrichtlijn staat dat de concentratie van nitraat in het bovenste grondwater niet hoger mag zijn dan 50 mg nitraat per liter. De richtlijn stelt normen voor het toepassen van nitraten (‘stikstof’) via dierlijke mest en stikstofkunstmest. Deze norm is teeltafhankelijk en gebiedsafhankelijk: er gelden verschillende normen voor kleigronden, zand- en lössgronden, en veengronden.
Wat en hoe kan het bijdragen aan een betere biodiversiteit in de Duin- en Bollenstreek?
De maatregelen uit het AN sturen aan op het verlagen van emissies van nutriënten naar oppervlakte- en grondwater (en deels ook bodem), wat over het algemeen gunstig is voor de biodiversiteit, ook in de Duin- en Bollenstreek.
Daarnaast staan in het 7e AN een aantal aanvullende maatregelen die meer direct invloed hebben op de biodiversiteit. Het gaat dan om maatregelen met betrekking op vang- en rustgewassen, en op de breedte van de teeltvrije zone langs oppervlaktewater. Een vanggewas is een gewas dat gebruikt wordt als nateelt na een hoofdgewas dat veel stikstof in de bodem achterlaat. Het vanggewas kan deze nog aanwezige stikstof uit de bodem opnemen. Een rustgewas wortelt dieper dan het hoofdgewas en zorgt voor een verbetering in de bodemstructuur, wat weer leidt tot een betere bodemkwaliteit. Beide gewassen hebben zowel boven- als ondergronds een positief effect op de biodiversiteit door het aanbod aan schuilplaatsen en voedsel. Dat geldt ook voor teeltvrije zones. In het 7e AN wordt aangestuurd op het met meer regelmaat toepassen van rust- en vanggewassen op zand- en lössgronden, en het verbreden van de teeltvrije zones.
Specifiek gaat het om de volgende aanpassingen:
Kortere rotatie met rustgewassen op zand- en lössgronden: 1x per 4 jaar dient een rustgewas geteeld te worden met ingang van 2023*, toewerkend naar 1x per 3 jaar in 2027.
Vanggewassen worden verplicht na de hoofdteelt op zand- en lössgronden. De maatregel vanggewassen valt uiteen in drie delen:
Bij Winterteelt is een vanggewas niet verplicht;
Vanggewas blijft verplicht na teelt van maïs;
Voor overige teelten wordt een vanggewas gecombineerd met een gedifferentieerde korting op de stikstofgebruiksnorm in het volgende jaar (oftewel: afhankelijk van het gewas mag x% minder stikstof opgebracht worden op het opeenvolgende teeltjaar) als na 1 oktober ingezaaid wordt.
Teeltvrije zones langs oppervlaktewater worden vergroot van 20-50cm naar 2 meter (5 meter bij ecologisch kwetsbare waterlopen en KRW-waterlichamen) per 1 januari 2024.*
Bloembollen zijn als winterteelt aangemerkt. Door de KAVB wordt erop aangestuurd dat niet elke vier jaar (elke drie jaar in 2027) een rustgewas geteeld hoeft te worden als een voorjaarsbloeier wordt opgevolgd door een groenbemester.
Hoe wordt deze bijdrage gerealiseerd?
Op dit moment is er onduidelijkheid over de ingangsdatum van het toepassen van de bufferzones. De meest actuele informatie daarover van de rijksoverheid is hier te vinden.
Zie ook
Zevende Actieprogramma Nitraatrichtlijn
Artikel Greenport 19 januari 2023
Dit onderwerp is belicht vanuit onze eigen visie en interpretatie. De links verwijzen naar de geraadpleegde bronnen. Heb je een vraag of opmerking hierover, neem dan contact met ons op.